Vraag:
Waarom wordt bevolkingsonderzoek gedaan?
Antwoord:
Een bevolkingsonderzoek of screening is een medisch onderzoek bij mensen die geen gezondheidsklachten hebben. Het onderzoek is gericht op het vinden van ziekte, een erfelijke aanleg voor ziekte, of risicofactoren die de kans op ziekte vergroten. Vroegtijdige opsporing daarvan levert vaak gezondheidswinst voor later. Het meest bekend zijn waarschijnlijk de bevolkingsonderzoeken die de overheid aanbiedt. Er zijn 3 onderzoeken waarbij klinisch chemische laboratoria betrokken zijn:
Darmkanker
Op 1 juni 2011 heeft minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport besloten om medio 2013 het bevolkingsonderzoek (bevolkingsscreening) naar darmkanker te starten. Uit een vooronderzoek in een klein deel van de Nederlandse bevolking (de zogenaamde uitvoeringstoets) is gebleken dat screening naar darmkanker in de totale Nederlandse bevolking veel gezondheidswinst oplevert.
Darmkanker is de tweede meest voorkomende vorm van kanker en ieder jaar overlijden ongeveer 4800 mensen in Nederland aan de gevolgen van deze ziekte. Darmkanker ontstaat meestal uit goedaardige darmpoliepen. Een klein deel van deze darmpoliepen kunnen op termijn doorgroeien tot kwaadaardige darmtumoren. Deze tumoren kunnen door de darmwand heen groeien en via de lymfeklieren of de bloedbaan uitzaaien naar ander organen. Dit proces gaat al in een vroeg stadium gepaard met bloedverlies via de ontlasting. Veelal is dit bloedverlies zo minimaal dat dit door de patiënt niet tijdig wordt opgemerkt waardoor de kanker veelal te laat wordt geconstateerd. Hierdoor wordt de diagnose vaak te laat gesteld en wordt de behandeling vaak te laat gestart.
Darmkankerscreening is gebaseerd op het vroegtijdig aantonen van bloedverlies met de ontlasting. Zo kan darmkanker in een vroeg stadium worden ontdekt. Hierdoor kunnen voorstadia van darmkanker worden verwijderd en/of behandeling is dan beter mogelijk. Het bevolkingsonderzoek naar darmkanker is gericht op mannen en vrouwen van 55 tot en met 75 jaar. Zij ontvangen daarvoor thuis een buisje waarmee zij zelf een ontlastingsmonster kunnen opsturen voor analyse. Bij een afwijkende uitslag worden zij doorverwezen voor verdere diagnostiek (coloscopie) en zo nodig behandeling. De invoering gebeurt geleidelijk vanaf 2014; klik hier voor een overzicht van wanneer wie wordt uitgenodigd voor het onderzoek.
Hielprik- en gehoorscreening bij pasgeborenen.
In de eerste week na de geboorte krijgt elke baby een hielprik aangeboden. Het hielprikbloed wordt gescreend op een aantal zeldzame erfelijke ziektes. Vroegtijdige opsporing kan ernstige schade aan de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van het kind voorkomen of beperken. Alle informatie, alsmede een informatiefolder voor aanstaande ouders, over de hielprik- en gehoorscreening is te vinden in deze folder van het RIVM.
Prenatale screening
Prenatale screening op Downsyndroom en het SEO (20-weken echo) is er op gericht om aanstaande ouders die dat willen tijdig te informeren over de eventuele aanwezigheid van een of meer aandoeningen. Onderzoek naar de kans op Downsyndroom wordt gedaan met de kans schattende combinatietest: bloedonderzoek een 20-weken-echo bij de moeder. Een ander doel van de 20-weken echo is onderzoek naar de aanwezigheid van een open rug of een open schedel. Alle informatie is te vinden in deze folder van het RIVM.